Criticisme
Volgens Hume leveren alleen ervaringsoordelen kennis op. Oordelen die niet op ervaring berusten leveren geen nieuwe kennis op, zoals : A=A (logica), 100+2=102 (rekenkunde) en de som van de hoeken van een driehoek is gelijk aan de som van twee rechte hoeken (meetkunde) en een cirkel is rond. Kant is echter - na kritisch onderzoek - van oordeel dat kennis van een object alleen mogelijk is als de waarneming van een verschijnsel ingebed wordt in de dimensies ruimte, tijd en causaliteit. Deze begrippen zijn geen eigenschappen van het object of verschijnsel, maar eigenschappen van onszelf, van onze waarneming, van ons kenvermogen. Dit betekent dat we het verschijnsel zoals dat op zichzelf is niet waarnemen, maar daar staat tegenover dat het verschijnsel, zoals we het waarnemen, zich naar ons (kenvermogen) richt.
Met andere woorden, onze waarneming is theorie geladen. Wij kijken niet zomaar maar naar een mens of een ding. Een arts, een monteur nemen in de regel al op enige afstand waar wat er aan mankeert, zonder aanwijzing van patiënt of eigenaar. Zij nemen niet alleen waar, maar weten ook hoe te handelen, daar hebben zij voor geleerd: waarnemen is maatschappelijk gedefinieerd handelen. Leerprocessen leveren apriori kennis op. Dat geldt niet alleen voor de arts en monteur, maar ook voor het criticisme, het transcendendaal onderzoek van Kant. Leerprocessen bewerkstelligen een nieuw zelfbeeld, een nieuwe identiteit. En hiermee zijn we beland in het communicatieve zelfsturingssysteem.
Immanuel Kant, staalgravure door J.L.Raab, naar een schilderij uit 1791 door Gottlieb Doebler